Een muis in een molen in mooi Amsterdam

Er was eens een muisje in mooi Amsterdam,
Dat zat in een molen heel stiekem verscholen.
Hij dacht bij zichzelf: wat is het toch fijn,
Een muis in een molen in Mokum te zijn.

Ik zag een muis! (Waar?)
Daar op de trap. (Waar op de trap?)
Nou daar! Een kleine muis op klompjes.
Nee, 't is geen grap. 't Ging van klip klippedieklap op de trap. (Oh, ja!)

Het muisje was eenzaam en zocht naar een vrouw.
En piep zij een muis in het voorhuis, ik trouw.
En toen zongen ze samen: wat is het toch fijn,
Een muis in een molen in Mokum te zijn.

refrein
De muis kreeg een vijfling en allen gezond.
Toen aten de muisjes beschuitjes met muisjes.
Ze zongen toen allen: wat is het toch fijn,
Een muis in een molen in Mokum te zijn.

refrein
De muizenfamilie werd vreselijk groot.
De molenaar vluchtte, hij was als de dood,
Voor de muizen die zongen: wat is het toch fijn,
Een muis in een molen in Mokum te zijn.

refrein
De muizen die hebben het fijn naar hun zin.
De molen staat leeg want geen vrouw durft erin.

Rudy Carell

 


terug   naar de Molen folklorepagina


Deze pagina is onderdeel van   de-liefde-logo   de homepage van B. D. Poppen.

owl

updated           ∴       Copyright © 2014/2022             up